bij bijl. nr. 76
b. voor een kalf:
voor de eerste 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,13 per kg
geslacht gewicht met een minimum van 6,
voor de volgende 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,10 per
kg geslacht gewicht met een minimum van 5,
voor boven de 7.500.000 kg geslacht gewicht 0,08 per kg
geslacht gewicht met een minimum van 4,
c. voor een eenhoevig dier:
voor de eerste 3-,750.000 kg geslacht gewicht 0,13 per kg
geslacht gewicht;
voor de volgende 3.750.000 kg geslacht gewicht'/ 0,10 per
kg geslacht gewicht;
voor boven de 7.500.000 kg geslacht gewicht 0,08 per kg
geslacht gewicht.
d. voor een veulen:
voor de eerste 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,13 per kg
geslacht gewicht met een minimum van 6,
voor de volgende 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,10 per
kg geslacht gewicht met een minimum van 5>
voor boven de 7.500.000 kg geslacht gewicht 0,08 per kg
geslacht gewicht met een minimum van 4,
e. voor een varken:
voor de eerste 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,13 per kg
geslacht gewicht met een minimum van - 6,
voor de volgende 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,10 per
kg geslacht gewicht met een minimum van 5,
voor boven de 7.500.000 kg geslacht gewicht 0,08 per kg
geslacht gewicht met een minimum van 4,
f. voor een schaap:
voor de eerste 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,13 per kg
geslacht gewicht met een minimum van 6,
voor de volgende 3.750.000 kg geslacht gewicht 0,10 per
kg geslacht gewicht met een minimum van 5,
voor boven de 7.500.000 kg geslacht gewicht 0,08 per kg