bijlage nr. 89 In ons voorstel van 11 mei 1977 (bijlage nr. 227)* met betrek king tot het subsidieverzoek 1977 schreven wij dat naar onze mening het subsidieverzoek 1977 kon worden gehonoreerd omdat 1977 een duidelijke overgangsfase inhield. Tevens schreven wij dat naast het overleg met de provincie de functie c.q. de be tekenis van het Vormingsinstituut onderwerp van discussie zou uitmaken in de projectgroep permanente educatie. Het sub sidieverzoek 1977 werd door Uw raad gehonoreerd. Wij betreuren het dat het door de provincie te initiëren over leg nog niet op gang is gebracht. Wij hebben in een brief aan het college van gedeputeerde staten daarover ook onze bezorgd heid uitgesproken. Nu de feiten zo liggen, menen wij dat ook onzerzijds de langere overgangsfase moet worden geaccepteerd en eveneens dat de sub sidie voor 1978 dient te worden gecontinueerd. In onze over wegingen hebben wij betrokken het feit dat de projectgroep per manente educatie eerst in de loop van 1978 een plan ter tafel brengt en dat ook nog geen aandacht besteed kon worden aan de betekenis van het vormingsinstituut voor Breda. Wij stellen U daarom voor aan het vormingsinstituut West-Brabant voor 1978 een subsidie toe te kennen van 0,10 per inwoner. Deze kosten kunnen ten laste worden gebracht van volgnr. 31.3.158 van de begroting 1978. Wij tekenen hierbij aan dat wij niet bereid zijn in volgende jaren op deze basis verder te subsidiëren. Deze opvatting willen wij ter kennis brengen van het vormingsinstituut en tevens van het college van gedeputeerde staten. Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de commissie voor culturele zaken. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris. liggen ter visie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 415