bijl. nr. 99 -2- en het niet doenlijk was verdere inrichting van de Kuren- polder los te zien van het te ontwikkelen Aakvlaaigebied en omgekeerd. Na overleg met de gemeente Dussen besloot de recreatieraad d.d. 24 januari 1972, ten principale, het Kurenpolderproject van de gemeente Dussen over te nemen, met de restrictie dat de definitieve aankoop van het project afhankelijk was van het verkrijgen van rijksbijdragen. Ter uitvoering van het voormelde raadsbesluit werd overleg gepleegd tussen het rijk, de gemeente Dussen en het Recreatieschap. Een en ander heeft geleid tot een voorstel van de staatssecretaris van C.R.M. van 19 augustus 1977. Naar aanleiding van dit voorstel is er een tri-partite overleg geweest tussen de provincie Noord- Brabant, de gemeente Dussen en het Recreatieschap. Dit overleg heeft geleid tot een standpuntbepaling om in te stemmen met de voorstellen van de staatssecretaris. De onderdelen van het voorstel van de staatssecretaris en het antwoord van het Recreatieschap daarop zijn als volgt: a. Het subsidievoorstel gaat ervan uit dat een rijksbijdrage kan worden tegemoetgezien van 75$ van 4.600.000,zijnd de boekwaarde Kurenpolder per 1-1-1977, ofwel 3.450.000,- Omdat het voorstel van C.R.M. eerst in augustus 1977 werd ontvangen en daardoor de overdracht niet vóór 1 januari 1978 kon plaatshebben, is het schap van mening dat de rentekosten voor 1977 ad 360.000,eveneens subsidi abel moeten worden verklaard. In dat geval kan gerekend worden op een rijksbijdrage van 3.720.000,zodat ten laste van het schap een bedrag van 1.240.000,kan worden verwacht. b. Het rijk verklaart zich bereid de aankoop van gronden en de inrichting van het westelijk deel van het Aakvlaai gebied volledig voor zijn rekening te nemen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 465