bijlage nr. 119 1De hierboven geschetste ontwikkeling; 2. het feit dat in de begroting 1977 van het departement van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening niet meer gesproken wordt over de stedelijke herverkaveling als instrument om op korte termijn een reconstructie en sanering van een stadsge deelte tot stand te brengen; 3. de veranderde situatie ter plaatse, waarbij geconstateerd kan worden dat de problematiek minder is geworden door de reeds ingezette ontwikkelingen; 4. de vaststelling van het feit dat er geen verdere rijkssubsi die voor het project te verwachten is, zijn voor ons aanleiding U thans voor te stellen Uw besluit van 12 oktober 1972 in te trekken en op een andere, binnenkort nader aan te geven wijze, genoemd reconstructie- en saneringsgebied in de binnenstad de bestemming te geven zoals aangeduid in het door Uw raad vastgestelde structuurplan voor de binnenstad. Tevens stellen wij U voor met de Heidemij Nederland N.V. tot ver rekening over te gaan van de door de N.V. gemaakte kosten van ad vies en voorbereiding t.b.v. het proefobject stedelijke ruilver kaveling ad 11.000,(exlusief B.T.W.). Deze verrekening geldt als een volledige kwijting voor de door de N.V. verrichte werkzaamheden. Vermeld zij dat deze betaling, gelet op de destijds gemaakte afspraken, onverplicht is. Wij achten het echter redelijk om, waar het initiatief tot beëindiging van de opdracht van de ge meente Breda uitgaat, de door de Heidemij gemaakte kosten te vergoeden. Burgemeester en wethouders van Breda, Merkx burgemeester. van den Dam secretaris. ligt ter visie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 529