aan de raad der gemeente Breda St/3/21827 1-3-1978 Bijlage nr. 122 Voorstel van burgemeester en wet houders tot wijziging van het raadsbesluit van 22-8-1977 inzake de vaststelling van een bouwexploi- tatie-verordening. Op 22 augustus 1977 heeft Uw raad vastgesteld de "Bouwexploitatie- verordening gemeente Breda 1977". Bij schrijven van 29 augustus 1977 hebben wij het college van gedeputeerde staten van de provincie Woord-Brabant verzocht hun goedkeuring te hechten aan deze verordening. Bij besluit van 9 november 1977 heeft het college van gedeputeer de staten een beslissing omtrent de goedkeuring met 2 maanden ver- daagd. In het begeleidend schrijven d.d. 17 november 1977., nr. II, G, 236.576a, deelt het college mede bezwaren te hebben tegen de artikelen 15, 16 en 17 van de verordening, aangezien zij niet in overeenstemming zouden zijn met artikel 42 van de wet op de ruimtelijke ordening, artikel 14 van de wegenwet en ar tikel 274 van de gemeentewet. Voornoemd college baseerde haar standpunt op een uitspraak van de afdeling rechtspraak van de Raad van State van 1 september 1977, welke uitspraak bij de vaststelling van de verordening bij Uw raad uiteraard, onbekend was. Op grond van bovenstaande zijn wij thans van mening dat genoemde artikelen 15,16 en 17 dienen te vervallen en hebben wij aan het college van gedeputeerde staten medegedeeld bij ons schrijven van 18 januari 1978, nr. St/3/17464-19731een voorstel tot wij- ziging aan de gemeenteraad van Breda in te dienen. Op 25 januari 1978 heeft het college van gedeputeerde staten bij hun beslissing nr. G. 236.576 besloten goedkeuring te ver-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 539