bijlage nr. 123 -2- inhoudt Onteigening betekent -naar hij stelt- voor hem de volledige onmoge lijkheid om zijn bedrijf, op welke wijze dan ook, voort te zetten. Vervolgens vermeldt de heer Goos enkele voorstellen inzake verwerving van zijn percelen door de gemeente, die in het verleden aande orde zijn geweest in het kader van een minnelijke verwerving van zijn on roerend goed. Tot slot verklaart de heer Goos zich bereid tot het openen van on derhandelingen welke tot een minnelijke schikking kunnen leiden. Deze onderhandelingen dienen dan echter wel een tweezijdig karakter te dragen en niet te zijn gericht op imperatieve stellingen van de zijde van de gemeente Breda. Met betrekking tot dit bezwaarschrift merken wij het volgende op. Met geen enkele eigenaar van grond en/of gebouwen in de Haagse Beem den is zo langdurig en veelvuldig onderhandeld als met de heer Goos en nimmer zijn zo vergaande tegemoetkomingen betracht. In aansluiting op met de heer Goos gevoerde onderhandelingen zijn laatstelijk bij schrijven van 16 juni 1977 door de directeur van de dienst openbare werken aan hem een drietal voorstellen inzake aankoop, eventueel ruiling van gronden, gedaan. De heer Goos heeft hierop gereageerd bij schrijven van 14 juli 1977*, waarin hij enkele tegenvoorstellen doet. Deze tegenvoorstellen boden echter voor de gemeente nauwelijks of geen reële mogelijkheden om tot overeenstemming te geraken. j/ Op grond hiervan heeft de directeur van de dienst openbare werken de heer Goos bij schrijven van 15 september 1977 meegedeeld, dat -hoewel hij bereid is op basis vand e in de genoemde brief van 16 juni 1977 gedane voorstelln verder te onderhandelen- gelet op de noodzaak op zo kort mogelijke termijn de beschikking te hebben over die perceelsgedeelten welke in de uit te voeren werken zijn betrok ken, de gemeente genoodzaakt is een onteigeningsplan in procedure te brengen. Deze noodzaak blijkt met name uit de omstandigheid dat bij realise ring van de Moerlakenbrug van een noodoplossing gebruik moest worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 543