aan de raad der
gemeente Breda
Q
Bijlage nr. 131
St/24439 Voorstel van burgemeester en wet-
1 5-3-1 978 houders tot opnieuw voorzien in de
zaak H.P.M. Floren naar aanleiding
van uitspraak van Raad van State,
afdeling rechtspraak d.d. 20 janua
ri 1978*.
Bij brief van 20 december 1976 heeft de heer H.P.M. Floren, wonende
Sintelweg 54 te Breda, bij de afdeling rechtspraak van de Raad van
State te s-Gravenhage beroep ingesteld op grond van de wet admini
stratieve rechtspraak overheidsbeschikkingen tegen het besluit van
Uw raad d.d. 18 november 1976* tot ongegrondverklaring van de be
zwaren van de heer Floren tegen het weigeren van de bouwvergunning
voor het bouwen van een woning met jongveestalling op perceel
Sintelweg 28.
De vergunning is geweigerd op 24 december 1975*
Ingevolge het bestemmingsplan Plan in Hoofdzaak heeft het betref
fende perceel de bestemming "landelijk gebied I", waarop onder een
aantal voorwaarden alleen het bouwen van woningen en andere ge
bouwen uitsluitend ten behoeve van een agrarisch bedrijf is toe
gestaan. De overtuiging was aanwezig dat het bouwplan primair de
bouw van een woning betrof met ontplooiing van agrarische activi
teiten van geringe omvang, zodat er geen sprake kon zijn van een
bouwplan uitsluitend ten behoeve van een agrarisch bedrijf.
Deze mening is door Uw raad bij besluit van 18 november 1976
ondersteund.
Het beroepschrift ingediend door de heer Floren bij de Raad van
State is op 2 december in een openbare vergadering van de af
deling rechtspraak behandeld.
In de overweging voorafgaande aan de uitspraak van de Raad van
State wordt gesteld, dat
- ingevolge het bepaalde bij artikel 48, 1e lid aanhef en onder
b van de woningwet een bouwvergunning alleen geweigerd mag