bijlage nr. 131
Hieruit volgt, dat het bestreden raadsbesluit, gezien de moti
vering die daaraan ten grondslag ligt, onvoldoende steun vindt
in de feiten.
Het besluit is h.i. derhalve genomen in strijd met het algemeen
beginsel van behoorlijk bestuur, dat een besluit moet berusten
op een deugdelijke feitelijke grondslag.
De uitspraak van de afdeling rechtspraak d.d. 20 januari 1978*
luidt als volgt
1. vernietigt het besluit van de raad van 18 november 1976;
2. bepaalt dat de raad der gemeente Breda binnen 2 maanden na de
verzenddatum van deze uitspraak opnieuw in de onderhavige zaak
zal voorzien.
Wij willen ons onthouden van het uitspreken van een oordeel over
de uitspraak van de afdeling rechtspraak van de Raad van State,
omdat de juridische problematiek voornamelijk is gelegen in de
beperkingen, welke de wet op de ruimtelijke ordening aan de ge
meentebesturen oplegt waar het gaat over de regeling van de be
bouwing in het agrarisch gebied.
Wij stellen U derhalve voor conform bijgevoegd concept-besluit
aan de uitspraak van de Raad van State, afdeling rechtspraak d.d.
20 januari 1978 te voldoen.
Ons college doet dit voorstel overeenkomstig het advies van de
commissie ruimtelijke ordening.
Burgemeester en wethouders van Breda,
Merkx burgemeester.
van den Dam secretaris.
*ligt ter visie
in de leeskamer