bijlage nr. 19 -4- Nu declareert het lager onderwijs de in rekening gebrachte bedragen bij het ministerie van financiën, terwijl het voort gezet onderwijs is aangewezen op het ministerie van onderwijs. Dit ministerie geeft echter te kennen dat zij voor het gebruik van het gemeentelijk sportcentrum te Breda een op het bouwjaar (1966) gebaseerde vergoeding voor de kapitaallasten ad 700, per leseenheid per jaar accepteert. De op de Wet Financiële Verhouding gebaseerde vergoeding voor kapitaallasten voor het bouwjaar 1966 bedraagt voor 1976 28.890,Hierbij wordt uitgegaan van een bezetting van 26 uur per week. Per uur is dit ruim 1.100, Het moge duidelijk zijn dat het voortgezet onderwijs het ver schil tussen de door de dienst in rekening gebrachte bedragen voor kapitaallastenvergoeding en de door het ministerie van onderwijs geaccepteerde bedragen niet zelf kan dragen. Van de drie instellingen van voortgezet onderwijs, welke de af gelopen seizoenen gebruik hebben gemaakt,van het gemeentelijk sportcentrum zijn dan ook verzoeken binnengekomen de in rekening gebrachte bedragen aan te passen aan de bij het ministerie van onderwijs te declareren bedragen. Het betreft: 1Het Instituut voor Hoger Beroepsonderwijs West Brabant over de seizoenen 1975/76 en 1976/77. De totale vermindering van de kapitaallastenvergoeding over deze periode zal 43.056,86 bedragen. 2. Het Dr. Struyckeninstituut over de periode januari-juli 1976 en het seizoen 1976/77. De totale vermindering zal 21.434,83 bedragen (seizoen 1976/77 is nog een raming). 3. Het N.W.I.T. over de seizoenen 1974/75, 1975/76 en 1976/77 tot een totaal bedrag ad 6.116,81.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 60