bijlage nr. 148
De conclusie uit een en ander kan zijn dat in de jaren 1974, 1975 en
1976 de subsidie van de gemeente het mogelijk heeft gemaakt in zeer
belangrijke mate de nodige incidentele reserveringen te verrichten.
De vraag kan dan ook worden gesteld of het op enig moment vervallen
van de noodzaak tot deze incidentele reserveringen niet de mogelijk
heid geeft de subsidie aan de VTV bij te stellen. In de volgende
paragraaf zal op deze vraag worden ingegaan.
4. Subsidie
Er zijn meerdere argumenten die pleiten tegen een verlaging van de
subsidie aan de VW
a. De subsidie is ten opzichte van 1974 relatief onveranderd geble- "J
ven, omdat het bedrag voor 1974 alleen is geïndexeerd voor algemene
salarismaatregelen. In termen van personeel subsidieert de gemeente
derhalve thans eenzelfde aantal mensen als in 1974. Verlaging van
de subsidie betekent dat meer mensen moeten worden betaald uit de
"eigen inkomsten" van de VW. Aangezien deze inkomsten echter veel
onzekerder zijn dan de gemeentelijke subsidie, gaat subsidiever
laging zeker ten laste van de sociale zekerheid van het personeel;
b. De "eigen inkomsten" van de VW Breda zijn tot een nieveau opge
lopen dat - althans per inwoner gerekend - ongeëvenaard is in
Nederland. Een verlaging van de subsidie zou in dit licht bezien,
een boete betekenen op een goed beleid. Op langere termijn kan dit
alleen maar ten laste gaan van een evenwichtige behartiging van de
VVV belangen in onze stad.
c. Ten slotte heeft de VW ons desgevraagd meegedeeld dat de inciden
tele uitgaven tot stand zijn kunnen komen door een zorgvuldige
prioriteitenbepaling binnen de financiële mogelijkheden. Dit heeft
geleid tot beperkingen voor die zaken, die vooralsnog ten achtei))
zijn gesteld bij de realisering van de reeds gememoreerde pensioen
voorzieningen. Het inhalen van de voor deze zaken te constateren
achterstanden is in de nabije toekomst noodzakelijk. Genoemd worden:
- het bijstellen van de arbeidsvoorwaarden, met name voor de
informatrices op het gebied van overwerk en werk in het weekend;
- het realiseren van een adequate reserve, die eventueel kan leiden
tot de realisering van eigen huisvesting;
- het realiseren van een bij de omvang van de activiteiten van de
VW passende algemene reserve en
- een hoognodige opknapbeurt voor het kantoor.