In veel gevallen is namelijk nog geen sprake van een evenwicht
tussen welzijn en welvaart en is terugdringen van welvaarts
bijverschijnselen vanuit beide visies noodzakelijk.
De konkrete voorstellen werden door de VVD-vertegenwoordiging
voor een deel positief benaderd (3, 4, 6, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 34)
terwijl CDA-vertegenwoordigers zich meer vragenderwijs over de voor
stellen uitlieten.
De wenselijkheid tot een nota als de onderhavige werd impliciet
wel geuit. De VVD bevond de kollegenota wat magertjes en weinig
gericht op konkreet milieubeleid. Een CDA-vertegenwoordiger vroeg
of de federatie bereid was deze nota samen met andere frakties en
het kollege tot een gezamenlijke nota om te bouwen en hij verklaarde
zich akkoord met een eventueel besluit dat de onderhavige nota als
aanvulling op de B en W nota zou worden beschouwd.
2.2 Besgrekingen_met_ambtenaren
Deze leidden tot technische informatie over de gang van zaken in
Breda en gaven geen aanleiding tot herschrijven van de nota.
2.3 Adviezen_ambtelijke_diensten
Ambtelijke adviezen (30 januari 1978, bijlage 1) over konkrete voor
stellen zijn te verdelen in 3 groepen:
a) niet op voorgestelde maatregel ingaan
voorstellen (4, 5, 6, 7, 8, 9, 12, 13, 16, 18, 27, 28, 36)
b) voorgestelde maatregelen zijn reeds eerder getroffen, voorstellen
overbodig (voorstellen 14, 17, 20, 21, 22, 23, 29, 30, 32)
c) voorstellen in overweging nemen (geheel of ten dele) (voorstellen
1, 2, 3, 10, 11, 15, 19, 24, 25, 26, 31, 34, 35, 37, 39).
Op deze adviezen zal in het hiernavolgende nog worden ingegaan.
2.4 Gesprekken_met_burgers
Deze gesprekken toonden aan dat er weinig bekend is van de mogelijk
heden en aktiviteiten van de gemeente op het gebied van milieu.
Veel Bredanaars weten eigenlijk b.v. niet waar hun vuilstortplaats
ligt, wat hinderwetadvertenties inhouden, wat het waterschap is etc.