bijlage nr.171
-4-
2. Voor antwoord op deze vraag wordt verwezen naar het gestelde
onder punt 1 Daaraan kan nog worden toegevoegd, dat de werk
zaamheden, waarover afspraken gemaakt zijn, nog niet zijn uit
gevoerd, omdat:
a. personeelsmutaties bij rijkswaterstaat hebben plaatsgevonden
en hierbij personeel betrokken was, dat belast was met de
uitvoering van de maatregelen op de zuidelijke rondweg;
b. de nodige matarialen weliswaar direct besteld, doch nog niet
geleverd zijn.
3. In de op 27 april j.l. gehouden vergadering van de commissie
voor ruimtelijke ordening is deze aangelegenheid reeds aan de
orde geweest.
VRAAG d.d. 15 maart 1978, gesteld ingevolge art. 40, 2e lid R.v.O.
De heer Dr. M.A.J. Visser:
Door overschakeling van containers op plastic zakken is er in de
wijk Heusdenhout een onbeschrijfelijke vervuiling opgetreden.
De oorzaak is enerzijds het gedrag van de bewoners, die de plas
tic zakken om welke reden dan ook niet goed sluiten, die vuil en
oud papier ook in kartonnen dozen, enz. aanbieden en die de zak
ken te vroeg op de verzamelplaatsen deponeren, waardoor honden
volop de gelegenheid krijgen deze te openen en met vuil te slepen,
anderzijds ook het gedrag van de beladers, die alleen dichte zak
ken laden en de rest achterlaten. Wat er daarna met deze rest ge
beurt, laat zich raden.
Gebruikmakend van mijnrecht als raadslid op grond van art. 40 van ifV
het R.v.O. stel ik daarom de volgende vragen aan het college:
a. kunnen op kleine schaal (b.v. langs de doodlopende straten
Kemelstede, Sterrebos en Grote Houw) de containers weer wor
den teruggeplaatst op hun oude plaatsen?
b. wanneer onverhoopt op de vraag onder b. ontkennend wordt ge
antwoord, kunnen dan voortaan de z.g. vliegende brigade of
de groot-vuilniswagen of in elk geval vegers met kar achter
de plasticzakkenwagen aan rijden om het achtergelaten vuil
te verwijderen?
c. kan meer dan nu het geval is het zwerfvuil uit de beplan-