bijl. nr. 179 -7- gevolg van tijdens de bouwperiode optredende loon- en prijs stijgingen, eventueel meerwerk etc. Tegen de achtergrond van het in een van de eerste vergaderingen van de werkgroep nieuwbouw Gerardus Majella opgestelde programma van eisen, waarin een maximum-huurbedrag van 280,per maand werd genoemd, achten wij een uitvoerige toelichting op de thans becijferde huur van gemiddeld 377,per maand noodzakelijk. Zoals in de aanvang van dit voorstel vermeld, werd in het program ma van eisen tevens gesteld dat de woningen met het oog op het daarvoor te verkrijgen rijkssubsidie van maximaal 4.500,per woning, het predikaat "goed en goedkoop" zouden moeten hebben, zonder daarbij de kwaliteit uit het oog te verliezen. De voorbereiding en de uitwerking van de ontwerpplannen door de architect hebben vanuit dit uitgangspunt plaatsgehad. Het verzoek tot toekenning van het gewenste predikaat werd eind 1976 via de provinciale directie van de volkshuisvesting en ruimtelijke ordening bij het ministerie ingediend. Vrij spoedig werd op het verzoek een beslissing genomen in die zin, dat de minister na ingewonnen advies van de Adviescommissie voor goede en goedkope woningen had afgezien van de toekenning van het predikaat, aangezien de voorbereiding van de plannen te ver was gevorderd om de door de adviescommissie gewenste bege leiding van het planvoorbereidings-proces zinvol te maken. Wat was namelijk het geval? Onder vigeur van de in de loop van 1974 en per 30 juni 1975 tijdelijk stopgezette goed en goedkoop regeling konden voor het verkrijgen van het predikaat bouwplannen ingediend worden die reeds in een vergevorderd stadium verkeerden Het verschil tussen de vóór 30 juni 1975 en de n& 8 juni 1976 geldende goed en goedkoopregeling bestaat hierin dat vanaf laatst vermelde datum reeds in de initiatief-fase overleg gepleegd moet worden tussen de initiatiefnemer en de adviescommissie. De op 16 februari 1977 door het Wijk-comité Geradus Majella aan de minister van volkshuisvesting aangeboden petitie alsmede ons herhaald verzoek van 16 maart 1977 waarin wij de minister op de onbillijkheid van zijn genomen beslissing attendeerden, heb-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 789