bij bijl. nr. 187 II
2. Alleen krachtens afzonderlijke overeenkomst tussen Breda en een
der gasafnemende gemeenten kunnen hogere tarieven worden vastge
steld dan de energie- en waterverordening aangeeft, met dien
verstande, dat over zodanige overeenkomst slechts onderhandelin
gen worden geopend, wanneer een bepaald dienstjaar voor de gas
afnemende gemeente verliesgevend wordt.
Artikel 5.
1De ligging van het in de gasafnemende gemeente door Breda aan te
leggen hoofdleidingnet en de plaats voor gasinname-, verdeel- en
drukverhogingsgebouwen worden door de gasafnemende gemeente vast
gesteld, in overeenstemming met het energie- en waterbedrijf.
2. Tot uitbreiding van het hoofdleidingnet wordt overgegaan, wanneer
naar het oordeel van Breda en de betreffende gasafnemende gemeente
het vooruitzicht bestaat, dat de exploitatie van die uitbreiding -
gezien de verwachte hoeveelheid af te nemen gas - kostendekkend
zal zijn.
3. Wanneer een verwachting, als bedoeld in het vorig lid, niet be
staat, doch degenen, die om aansluiting verzoeken een voldoende
gasafname garanderen, kan niettemin tot uitbreiding van het
hoofdleidingnet worden overgegaan.
Alsdan wordt de gegarandeerde hoeveelheid gas door de betrokkenen
betaald, met dien verstande, dat deze betaling ook kan geschieden
door de betreffende gasafnemende gemeente hetzij door afkoop van
de onrendabele investeringstop, hetzij door overname van alle
lasten van (onrendabele) uitbreiding in de exploitatierekening,
als bedoeld in artikel 8.
4. Breda bepaalt de noodzaak en het tijdstip van uitvoering van het
onderhoud en de vernieuwing van de gasleveringsapparatuur en
leidingen.
Artikel 6.
1De gasafnemende gemeente zal, voor zover zulks van haar afhangt
en mogelijk is ingevolge de ter plaatse geldende wettelijke
voorschriften, aan Breda de nodige vergunningen verlenen voor
het leggen, hebben, onderhouden, vernieuwen, uitbreiden of
verwijderen van gasleidingen, meet- en regelinrichtingen en ver-