bijl. nr. 193 _2_ Uit het vermelde Statistische Bulletin blijkt verder dat het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie van het jaar 1976 naar het jaar 1977 is toegenomen met 11,4 punten tot 181,9. Dit is een stijging van 6,69$. Voor het jaar 1977 stelde Uw raad een tariefsverhoging van 8$ vast, zodat over het jaar 1977 1,31$ teveel is verhoogd. Voor 1976 werden de tarieven te weinig verhoogd met 0,8 Voor 1977 werden de tarieven teveel verhoogd met 1,31$ Zodat in 1976 en 1977 totaal teveel is verhoogd 0,51$. Bij de vaststelling van de meerjarenbegroting over de jaren 1978 tot en met 1981 is besloten in het jaar 1979 de tarieven te ver'' hogen met 5i$. Op grond van bovenstaande gegevens en de geldende beleidsuitgangs punten zijn wij van mening dat de tariefsverhoging in het jaar 1979 met moet worden beperkt tot 5$. In Uw vergadering van 17 april-1978 werd op ons voorstel besloten de belastingtarieven voor het jaar 1979 met 5$ te verhogen. Ter uitvoering van dit besluit is in onderstaand overzicht per belastingsoort aangegeven op welke wijze de tarieven voor het jaar 1979 kunnen worden verhoogd. 1Onroerend-goodbel asti ngen. Op grond van de vigerende verordening wordt in het jaar 1978 geheven - ten laste van de feitelijke gebruikers 8,80 per 3.000, waarde in het economische verkeer; - ten laste van de zakelijk genothebbenden 11,80 per 3.000, waarde in het economische verkeer. Indien deze tarieven met 5$ worden verhoogd bedragen deze: - voor de feitelijke gebruikers 9,24 of afgerond 9,25 - voor de zakelijk genothebbenden 12,39 of afgerond 12,40. Uit de laatst beschikbare gegevens ten behoeve van de heffing van de onroerend-goedbelastingen blijkt dat de waarde in het economische verkeer voor de heffing over het jaar 1977 bedraagt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 856