bijl. nr. 193 - het afgeven van bewijzen van Nederlanderschap (artikel 21); - het afgeven van verklaringen omtrent personen (artikel 22). De praktijk maakt het noodzakelijk dat bij de betaling van deze leges met ronde bedragen kan worden gewerkt gedurende een periode van langer dan een jaar, vooral omdat deze leges in belangrijke mate per bank of giro worden betaald bij de aanvragen van de verstrekkingen. Het vergt geruime tijd aan de nieuwe tarieven bekendheid te geven. Een heffingsduur van twee jaren blijkt voor genoemde vijf tarieven in de praktijk noodzakelijk te zijn. Evenals bij de vaststelling van de tarieven voor het jaar 1977 zijn deze tarieven in de ontwerp-verordening met meer dan 5# verhoogd tot 3,3,50, 4,en 4,50. In het jaar 1980 zullen deze tarieven uiteraard niet aan een verhoging worden onderworpen. 5. Bouwleges. Ook de tarieven voor de heffing van bouwleges zijn voor het jaar 1979 verhoogd met 5tot 10,70°/oo en 10°/oo. De heffing van deze leges leverde in het jaar 1977 aan inkomsten op een bedrag van 1.242.983,Bij een onveranderde bouwacti viteit is een raming van 1.311.000,zeker verantwoord. 6. Precariorechten. De tarieven, genoemd in de Precarioverordening 1978 zijn alle met 5i° verhoogd. Een totaal aan inkomsten van 1 .674.000, zal door toepassing van de U aangeboden ontwerp-verordening in het jaar 1979 het gevolg zijn. 7. Havengeld. Deze gelden worden geheven om de kosten van de gemeentelijke havens gedeeltelijk te kunnen dekken. Deze kosten worden voor het jaar 1979 als volgt geraamd: Kapitaallasten 400.000, Exploitatiekosten f 634.000, Totaal. 1 .034.000,—

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 860