bij bijl. nr. 193 V
-2-
b. van wie, dan wel ten behoeve van wie, voorwerpen onder, op
of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond of
voor de openbare dienst bestemd gemeentewater worden aange
troffen.
Artikel 3.
Aanvang belastingplicht.
Wanneer in deze verordening de belasting is vastgesteld voor
een jaar, wordt, indien de belastingplicht in de loop van het
heffingsjaar ontstaat, voor de eerste maal slechts een aanslag
opgelegd over zoveel twaalfde gedeelten van een jaar als er nog
maanden overblijven (gedeelten van een maand voor een gehele maand
gerekend) en is voor elke maand 1/12 van het jaartarief verschul
digd.
Artikel 4.
Definities
1Voor de toepassing van deze verordening wordt voor zover niet
anders is bepaald verstaan onder:
a. jaar een kalenderjaar;
b. een maand: een tijdvak, dat aanvangt op een bepaalde datum
van een maand en eindigt op de dag, voorafgaande
aan diezelfde datum van de volgende maand;
c. week een tijdvak van zeven achtereenvolgende dagen;
d. dag een tijdvak van 24 uur, aanvangende des nachts
te 12.00 uur.
2. Voor de berekening van de verschuldigde belasting wordt ten aan
zien van lengte, oppervlakte- en inhoudsmaten een gedeelte van
een tafiefeenheid voor een gehele tariefeenheid gerekend.
3. Bij de toepassing van de in de artikelen van deze verordening
bepaalde tarieven per maand, per week of per dag, zal in totaal
per jaar, per maand of per week niet meer worden geheven dan
onderscheidenlijk bij toepassing van het tarief voor een jaar,
een maand of een week zou zijn verschuldigd.
4. Indien op grond van deze verordening meer dan één tarief toege-