i
II
n van
in in
kter-
,tie
- bestaan
lerdere ge
iten
;voeren
iide
op-
ik-
ib-
3n van
ge-
rege-
senen.
itua-
heeft
groep
vaak
rdigd
contact
roepen
soor-
er-
oerd
;aamheden.
-3- 1
bijl. nr. 194
Ideeën hierover worden door beide groepen bestudeerd en uitgewerkt,
naast elkaar gelegd waarna zij nogmaals besproken worden. De ambte
lijke samenstelling van de adviesgroep impliceert reeds dat er
frequenter vergaderd kan worden, waardoor een evenwichtige samen
werking tussen beide groepen moeilijk te verwezenlijken is.
Overigens verdient ook een ander punt de aandacht. Gedurende de
werkzaamheden van beide groepen en de daaruit voortvloeiende con
tacten bleek onomstotelijk dat de werkterreinen van beide groepen
elkaar voor een groot deel overlappen. Een conclusie die versterkt
werd door de ervaring opgedaan tijdens de samenwerking met betrek
king tot de inventarisatie van het sociaal-cultureel en educatief
aanbod.
Een en ander moge ook blijken uit het eerste rapport van de pro
jectgroep (d.d. oktober 1977) en het verslag 1977 van de advies
groep S.K.W. (d.d. december 1977).
Het rapport en het verslag werden U toegezonden.
Beide groepen zijn dan ook naar aanleiding van deze gelijksoortige
en elkaar overlappende werkzaamheden om de tafel gaan zitten. On
derwerp van gesprek was een beter gestructureerde samenwerking
tussen beide groepen. In de hierop volgende gemeenschappelijke
vergadering kwamen beide groepen tot de slotsom dat het aanbe-
veling zou verdienen om op zo kort mogelijke termijn tot inte
gratie te komen van beide groepen. De meest geschikte vorm is
een stuurgroep met een sturende, coördinerende en adviserende
taak, terwijl door de stuurgroep ingestelde werkgroepen de stuur
groep in haar werkzaamheden kunnen ondersteunen.
Hierbij dient ook rekening gehouden te worden met het volgende. In
het kader van de werkzaamheden van de adviesgroep sociaal-cultureel
werk zijn een tweetal informatie/discussie-avonden voor instel
lingen en groepen georganiseerd, te weten op 1 september en op 20
december 1977. Uit het verslag van de bijeenkomst van 20 december
1977 blijkt onder'meer dat een aantal van de aanwezigen van mening
zijn dat bij de voorbereiding van de subsidie- en inspraakverorde
ningen het zwaartepunt te zeer is gelegd op de ambtelijke inbreng.