bijlage nr. 198 - het ontwerp van de sportstichting van 197-6 V - onze zienswijze op dit onderwerp; - het commentaar van de sportstichting op onze zienswijze; Het definitieve ontwerp van de verordening is bij het voorstel ge voegd. 2. De defenitieve verordening Omdat dit ontwerp op enkele punten afwijkt van voorgaande ont werpen c.q. de suggesties van de sportstichting achten wij het gewenst deze punten nader toe te lichten: art. 2: wij beschouwen de Sport Advies Raad als een zuivere ad viescommissie aan ons college. Indien aan deze advies raad een beslissende stem wordt toegekend bij de uit voering van een regeling, gaat dit uit boven de advies functie en wordt beleidsuitvoering overgedragen. Deze overdracht achten wij gelet op de hele opzet ongewenst, art. 3: wij achten het niet wenselijk - gezien de gekozen con structie - dat leden van Uw raad zitting nemen in de Sport Advies Raad. Wij merken daarbij op, dat wij waardering hebben voor de inbreng, die de leden van Uw raad in het verleden in het algemeen bestuur van de sportstichting hebben gehad. Onze zienswijze in deze baseren wij erop, dat; - Uw raad een commissie van advies en bijstand voor jeugd, sport en recreatie heeft samengesteld waarin uitsluiten.?!, raadsleden zitten. Het benoemen van raadsleden in de Sport Advies Raad zou dan ook tot doublures leiden; - de Sport Advies Raad een advieslichaam vanuit de sport dient te zijn; - de uniformiteit van de diverse vergelijkbare advies raden zo groot mogelijk is; - de Sport Advies Raad zich bij zijn advisering aan Uw college moet kunnen opstellen onafhankelijk van het gevoelen van de gemeenteraad of een deel daarvan; - wij achten het niet zinvol om voor de leden van het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 935