bij bijl.nr. 203 II
-2-
Artikel 5.
1 De erfpachtster moet de grond gebruiken voor het ten behoeve
van sportbeoefening oprichten van een luchthal met de daar
bij behorende bijruimten en voorzieningen. In de periode
van 30 april tot 16 september van elk jaar dient de lucht
hal gedemonteerd te zijn;
2. Aan de opstal zal geen andere bestemming worden gegeven ten
zij met goedkeuring van burgemeester en wethouders;
3. Het gebruik van de opstal mag uitsluitend geschieden overeen
komstig de bestemming;
4. Op deze grond zullen geen andere opstallen mogen worden op
gericht tenzij met goedkeuring van burgemeester en wethouders,
terwijl zonder goedkeuring van burgemeester en wethouders op
het terrein nimmer een waterwinplaats mag worden gemaakt;
5. Erfpachtster heeft het recht het aan haar in erfpacht gegeven
onroerend goed te betreden en te doen betreden, voor zover
dit nodig is om te komen van en te gaan naar de op het per
ceel staande gebouwen.
Artikel 6.
1. De canon bedraagt 3-389,per jaar;
2. In 19-. en vervolgens na elke 5 jaren vindt herziening van de
canon plaats. Ter berekening van de grootte van de canon zal
strekke de grootte van het in erfpacht uitgegeven perceel
grond zijnde 1500 m2 en de in het jaar van herziening gelden
de rente over verkoop prijs, geldende voor sportterreinen;
3. De jaarlijkse canon moet vóór 1 december van elk jaar worden
betaald door storting op postrekening nr. 10.90.570 t.n.v.
het hoofd van de functie betalingsverkeer van de gemeente
Breda, ten gunste van de dienst voor jeugd en sport;
4. Alle overige uit deze erfpachtsovereenkomst voortvloeiende
betalingen moeten worden voldaan binnen een maand na kennis
geving, tenzij in die overeenkomst anders mocht zijn bepaald;
5. Wanneer de in het eerste lid van artikel 18 genoemde boete
verschuldigd is, behoeft de betaling van de canon zonder
gelijktijdige betaling van die boete niet aangenomen te worden