-2-
bij bijl. nr. 203 II
-3-
Artikel 7.
Alle lasten, welke op of wegens de eigendom van de grond of
wegens bebouwing van de grond geheven worden, komen vanaf de
datum van ingang van het erfpachtsrecht ten laste van de erf
pachtster als ware zij eigenaresse van de grond.
Artikel 8.
1De opstal zal in zijn geheel moeten worden gebouwd op de
in erfpacht uitgegeven grond. Het is verboden de opstal
door middel van verbouwing of aanbouw uit te breiden over
andere dan over de in erfpacht uitgegeven grond;
2. Voor iedere overtreding van de bepalingen van dit artikel
zal erfpachtster, zonder dat een ingebrekestelling nodig is,
ten behoeve van de gemeente Breda een boete van 10,per
dag verbeuren vanaf de dag, dat de overtreding is geconsta
teerd en zolang de overtreding voortduurt.
Artikel 9.
De plannen en tekeningen der te stichten opstal zijn, onver
minderd de bepalingen der bouwverordening, aan de voorafgaande
goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen, terwijl
de bebouwing overeenkomstig deze goedgekeurde plannen en teke
ningen moet geschieden. Voor elke latere wijziging van het ge
bouwde is gelijke goedkeuring van burgemeester en wethouders
nodig.
Artikel 10.
De erfpachtster is verplicht de grond en de daarop gebouwde
opstal onverminderd de bepalingen van de bouwverordening in
behoorlijke staat, ter beoordeling van burgemeester en wethou
ders, te onderhouden en de opstal bij gehele of gedeeltelijke
vernieling binnen een alsdan door burgemeester en wethouders
te bepalen termijn te doen herbouwen of herstellen. Zij mag
de opstal noch geheel, noch gedeeltelijk slopen, zonder schrif
telijke vergunning van burgemeester en wethouders.