aan de raad der
gemeente Breda
t i
I
Bijlage nr. 208
IZ/-
9 augustus 1 978
Antwoorden op door raadsleden
gestelde vragen.
te ge-
>nd ge-
■ootte
ieente
.te op
erd is
,egen
Le alge-
;odanig
5.000,—
voor
"e ver-
VRAAG (gesteld in de raadsvergadering d.d. 12-1-1978)
mevrouw Muntiewerff-van den Hul
Vandaag hebben we in De Stem kunnen lezen dat de bewoners van
een aantal voor sloop bestemde huisjes in de Vuchtstraat ge
sommeerd is hun woningen vóór 1 februari te ontruimen.
Over deze dreigende sloop zijn door ons in de raadsvergade
ring van november 1976 al eerder vragen gesteld, terwijl
voorts het wijkteam-centrum van P.v.d.A./P.P.R. er een brief
over aan het college heeft geschreven.
Deze brief, waarop trouwens nog geen antwoord is gekomen,
dateert van oktober 1977. Namens de bewoners van deze huisjes
is ons vanavond een open brief overhandigd. Wij vinden dat
de eis binnen twee en een halve week een andere woning te
zoeken en te verhuizen onmogelijk en onmenselijk is. Inmid
dels heb ik vernomen dat op 26 januari a.s. een gesprek tus
sen bewoners en wethouder van Dun zal plaatsvinden. De be
woners blijken hiervan op dit ogenblik nog niet op de hoogte
te zijn.
Hierover wil ik het college de volgende vragen stellen.
1 Bent U bereid in afwachting van het gesprek met de bewoners
de ontruiming op te schorten?
2. Bent U bereid op basis van de toezeggingen die in januari
1 977 aan collega Hendriksen naar aanleiding van zijn vragen
over de toenmalige onrust zijn gedaan - deze toezeggingen
hielden in dat pogingen zouden worden gedaan om met de be
woners tot een vergelijk te komen - deze bewoners vervangende
huisvesting aan te bieden?
5. Bent U bereid de afwikkeling van de kwestie op uiterst
soepele en goed gecoördineerde wijze te doen plaatsvinden?