bijl. nr. 208 -6- Van die brief is een ontvangstbevestiging door de chef van de afdeling stadsontwikkeling naar de mensen in Ginneken gestuurd. De brief is later mondeling toegelicht in een gesprek met de wethouder en daar zijn ook wat concretere plannen gegeven. Eén punt is in mijn eerste vraagstelling onduidelijk. Ik heb daar al direct een vraag gesteld over stoepen die een bepaald verloop zouden hebben, maar het blijkt dat in eerste instantie om reconstructies is gevraagd. Als U dus onder de letter "r" zoekt vindt U de brief ongetwijfeld terug. De twee vragen van de vorige keer wil ik nog een keer herhalen en ik hoop deze keer wél antwoord te krijgen. ANTWOORD: Zoals wij in ons antwoord op Uw in de vergadering van 12 janu ari j.l. gestelde vraag reeds hebben medegedeeld, is ons van een petitie, als in de vraag bedoeld, niets bekend. In de op 23 mei j.l. te Ginneken gehouden hearing over het in voorbereiding zijnde verkeerscirculatieplan voor die wijk, werd een soortgelijke vraag gesteld. Daarop is toen geantwoord, dat bij de voorbereiding van be doeld plan mede bezien zal worden welke straten voor recon structie tot bijv. woonerf in aanmerking komen. Aan dit antwoord kunnen wij ons conformeren. VRAAG (gesteld d.d. 9-3-1976 ing. art. 40, 2e lid R.v.O.) heer Hendriksen Naar aanleiding van de opgegraven stadsmuur-stadspoort aan de Veemarktstraat en de publikaties die daarop gevolg zijn, wil len wij U de volgende vragen stellen:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1978 | | pagina 994