Overige verplichtingen
bij bijl. nr. 208
Artikel 7
De ondernemer is verplicht
a. de door hem verkregen goederen te voorzien van een nummer, over
eenkomende met het nummer waaronder die goederen op grond van het
bepaalde in artikel 5, eerste lid, in het register zijn opgenomen;
b. de te registreren en de geregistreerde goederen, die in de onder
neming voorhanden zijn, op eerste vordering van de ambtenaar, die
is belast met het opsporen van overtredingen van deze verordening,
te tonen;
c. aan de burgemeester of aan een door deze aangewezen ambtenaar on
verwijld kennis te geven, dat hij in de gelegenheid is enig goed
te verkrijgen waarvan redelijkerwijze moet worden vermoed, dat het
van een misdrijf afkomstig is.
Uitvoering
Artikel 8
1Burgemeester en wethouders zijn gemachtigd de uitvoering van het
bepaalde in artikel 6 over te dragen aan de commissaris van poli
tie bij een aan de raad mede te delen en op de gebruikelijke wijze
ter openbare kennis te brengen besluit.
2. Indien toepassing is gegeven aan het bepaalde in het eerste lid, is
de commissaris van politie verplicht aan burgemeester en wethouders
jaarlijks verslag uit te brengen van hetgeen hij ter uitvoering van
die opdracht heeft verricht.
3. Bij burgemeester en wethouders ingekomen aanvragen om ontheffing
krachtens het bepaalde in artikel 6 worden voor zover toepassing
is gegeven aan het bepaalde in het eerste lid, geacht te zelfder
tijd bij de commissaris van politie te zijn ingekomen.
Beroep
Artikel 9
1 Degene die door een beschikking, gegeven door de commissaris van
politie krachtens het bepaalde in artikel 8, eerste lid, recht
streeks in zijn belang is getroffen kan daartegen bij burgemees
ter en wethouders beroep indienen.
2. Degene die door een, anders dan in beroep als bedoeld in het eerste
lid, gegeven beschikking van burgemeester en wethouders krachtens
het bepaalde in artikel 6, rechtstreeks in zijn belang is getrof
fen, kan daartegen bij de raad beroep indienen.
3. Het beroep moet schriftelijk en met redenen omkleed worden inge
steld binnen dertig dagen na de dag, waarop de aangevallen be
schikking is verzonden of wordt geacht te zijn genomen. Wanneer
het beroepschrift na afloop van deze termijn is ingediend blijft
niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege, indien
appellant aantoont dat hij beroep heeft ingesteld zo spoedig als
dit redelijkerwijs verlangd kon worden.