- 3
bij bijl. nr. 208
Deze bepaling geeft een definitie van het - ook in evengenoemd
artikel 437 voorkomende - begrip "opkoper". Een opkoper ia hij,
aldua deze definitie, die van opkopen een beroep of gewoonte
maakt
Deze begripsomschrijving brengt ons maar gedeeltelijk verder,
want zij zegt niets over de vraag, wat nu onder "opkopen" moet
worden verstaan. De wet zwijgt daar verder ook over.
De memorie van toelichting biedt daartegen wel enig houvast.
Daarin wordt "opkopen" omschreven als het kopen van gebruikte
of ongeregelde goederen of het kopen van goederen buiten de ge
regelde handel (d.w.z. van willekeurige onbekende personen, van
anderen dan geordende leveranciers of handelaars), zulks met
het kennelijke doel met die goederen handel te drijven. En zij
die deze aktiviteiten beroepshalve of bij wijze van gewoonte
verrichten, kunnen als opkopers in de zin van het Wetboek van
Strafrecht worden beschouwd.
Behalve de in artikel 437 van dat Wetboek genoemde personen val
len daaronder bijvoorbeeld ook de handelaar in tweedehands
auto's en de antiquair.
Ter vereenvoudiging van de formuleringen in de verordening is
tevens een omschrijving van "verhandelen" (sub b) en het "regis
ter" (sub c) opgenomen. De omschrijving van het "verhandelen"
komt vrijwel overeen met de formulering hiervan in artikel 437,
eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht. Het voordeel van
deze definiëring is, dat in de verordening niet steeds de volle
dige formulering behoeft te worden vermeld maar met het opnemen
van deze aanduidingen kan worden volstaan.
Artikel 2
Teneinde een goede controle op de naleving van deze verordening moge
lijk te doen maken is het uiteraard noodzakelijk, dat de ondernemers,
die onder de werking van deze verordening vallen, steeds bekend zijn
bij de controlerende instantie. Voor het bekend zijn van de betref
fende ondernemers is het kunnen beschikken over de in dit artikel ge
noemde gegevens een vereiste.