bij bijl. nr. 208 Dat ook van elke zich voordoende wijziging in deze gegevens kennis moet worden gegeven spreekt uit overwegingen van een sluitende con trole voor zich. Deze bepaling is gebaseerd op artikel 437 ter van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft bij arrest van 18 juni 1957 (NJ 1957, 489) uitgesproken, dat de in dit artikel opgenomen regeling onver let laat de bevoegdheid van de gemeenteraden om ter bescherming van andere openbare belangen dan dat van de bestrijding van heling, op de voet van artikel 168 van de gemeentewet, de handelingen van de opkopers aan beperkende bepalingen te onderwerpen. Artikel 3 Het spreekt vanzelf, dat het register dient te zijn ingericht vol gens een model, dat is toegesneden op de inhoud van artikel 5 van deze verordening. Dit onderwerpt leent zich niet goed voor een rege ling bij (deze) verordening. Het ligt meer op de weg van burgemees ter en wethouders aan deze regeling vorm te geven. Van dit model is als voorbeeld een exemplaar bijgevoegd 4). Artikel 4 Ook deze bepaling is geënt op artikel 437 van het Wetboek van Straf recht. Zij legt de ondernemer enkele verplichtingen op die er vooral op gericht zijn knoeierijen met het register tegen te gaan. Bij de uitvoering van deze bepaling is aan de burgemeester als hoofd van de plaatselijke politie een centrale plaats toegekend. Hij is het die het register waarmerkt, aan wie het register telkens op eerste vordering moet worden getoond en aan wie het overigens voor onderzoek moet worden afgegeven. De burgemeester heeft de mogelijkheid een of meer van deze taken aan een door hem aan te wijzen ambtenaar op te dragen, waarbij in dit verband met name aan politie-ambtenaren kan worden gedacht. Met betrekking tot de in dit artikel onder e genoemde termijn van vijf jaren wordt het volgende opgemerkt. 4) Zie bijlage B, zijnde het model van het in de gemeente Amsterdam gehanteerde register.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1023