bij bijl. nr. 208
dat hij is opgenomen in een strafinrichting, rijksinrichting
stoor kinderbescherming, weeshuis, krankzinnigengesticht of
instelling van weldadigheid;
3° die eenig voorwerp koopt, inruilt, als geschenk aanneemt of
in pand, gebruik of bewaring neemt van of uit handen van
een hem onbekend persoon, tenzij blijkt dat diens naam
en woonplaats juist zijn opgegeven of dat de opgaven be
treffende diens naam en woonplaats redelijkerwijs als juist
mochten worden aanvaard;
4° die nalaat behoorlijke voorzorgsmaatregelen te nemen of be
hoorlijk toezicht te oefenen of te doen oefenen, om te voor
komen dat een voor hem handelende persoon een feit begaat
als onder no.: 1° - 3Ö omschreven.
5° voor of door wien eenig voorwerp dat bij hem door of van
wege justitie of politie met duidelijke omschrijving schrif
telijk als door misdrijf aan den rechthebbenden onttrokken
of verloren is aangegeven, wordt gekocht, ingeruild, als
geschenk aangenomen of in pand, gebruik of bewaring genomei;
6° die aan een hem schriftelijk uitgereikten last van of van
wege het hoofd der plaatselijke politie tot het gedurende
een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven
gaande, bewaren of in bewaring geven van eenig voorwerp,
dat hij onder zich heeft, of aan eene hem bij dien last
gegeven aanwijzing geen gevolg geeft;
7° die nalaat de van hem bij schriftelijke vordering van of var.'
wege het hoofd der plaatselijke politie gevraagde opgaven
betreffende door hem gekochte, ingeruilde, als geschenk
aangenomen of in pand, gebruik of bewaring genomen goede
ren binnen den termijn, bij de vordering gesteld, naar
waarheid te verschaffen.
2. Dezelfde straf wordt opgelegd aan den voor een goud- of zilver*
smid, kashouder, horlogemaker, rijwielhandelaar, uitdrager,
opkooper of tagrijn handelenden persoon, die een feit begaat,
als in het voorgaande lid onder 1° - 3° omschreven.