bij bijl. nr. 208
redelijkerwijs kan worden vermoed, dat zij door een goud- of
zilversmid, kashouder, horlogemaker, rijwielhandelaaruit
drager, opkooper of tagrijn worden gebruikt. Artikel 90 bis
van het Wetboek van Strafrecht, zoomede de artikelen 120-123
van dit wetboek zijn van toepassing.