bijl. nr. 26 -2- voorstel; - de thans bestaande regeling wordt - tot een nieuwe regeling in werking kan treden - zodanig aangepast, dat uitvoering door ons college mogelijk is. Momenteel is in voorbereiding een nota inzake de directe subsidiëring van de sport. De voorbereidingen zijn echter nog niet zover gevorderd, dat Uw raad reeds op korte termijn een conceptnota kan worden aange boden. Uitgaande van de eerste mogelijkheid betekent zulks dat Uw raad gedurende een langere periode zou worden geconfronteerd met een zeer grote hoeveelheid subsidie-aanvragen. Deze werkwijze achten wij uit praktische overwegingen niet gewenst. Wij menen, dat de meest effectieve oplossing kan worden bereikt door het wijzigen van de bestaande regeling en wel zodanig, dat deze kan worden gebruikt als gemeentelijke regeling. De wijziging dient be perkt te blijven tot formele zaken en hoeft niet in te gaan op in houdelijke aspecten van de directe subsidiëring omdat deze facetten aan de orde zullen komen bij de behandeling van de subsidienota. De thans voorgestelde wijzigingen van de regeling zijn dan ook in hoofdzaak het gevolg van de formele omzetting van een regeling van de voormalige sportstichting in een gemeentelijke regeling. Daarnaast berust de vaststelling en uitvoering van enige aspecten van de sportsubs.idieverordening op een zeker automatisme, waarbij beleidsoverwegingen geen enkele rol spelen (b.v. de subsidie op grond van het aantal leden en wedstrijdteams). Uit een oogpunt van efficiency achten wij het wenselijk, dat de uitvoering van deze onderdelen van de verordening kan worden gedele geerd naar de dienst jeugd en sport. In de regeling is ter zake een bepaling opgenomen terwijl ook de bij deze delegatie noodzakelijke beroepsprocedure is opgenomen. Ten aanzien van de voor de toepassing van de sportsubsidieregeling 1976 gehanteerde subsidiebedragen merken wij op, dat deze ongewij zigd zijn sinds 1-1-1976, zodat een verhoging met ca. 5i° ons thans reëel lijkt. In de begroting 1979 is met een dergelijke verhoging rekening gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 104