3. Kunnen burgemeester en wethouders meedelen, hoe, in het waar schijnlijk geval dat het aantal schuilplaatsen aanmerkelijk lager is dan het adntal inwoners van de gemeente, de selectie plaatsvindt van degenen die in geval van nood toegang krijgen tot de schuilgelegenhedenen welke overlevingskansen er voor de andere ingezetenen bestaan? 'IZijn burgemeester en wethouders met vragensteller van mening dat deze schuilgelegenheden, zeker gezien het geringe aantal, bij het overgrote deel van de bevolking hoogstens de valse suggestie kunnen wekken dat oorlogen met kernwapens en chemische wapens overleefd kunnen worden? ANTWOORD De door U gestelde vragen beantwoorden wij als volgt. ad 1 De dienst bescherming bevolking beschikt niet over open bare schuilgelegenheden in de gemeente Breda. Er zijn echter schuilgelegenheden, die in tijd van nood beschik baar zijn, te weten: - de onderdoorgangen Hoogspoor: capaciteit 100 personen per onderdoorgang. - 2 ondergrondse parkeergarages (Houtmarkt - Tigchelaar) capaciteit 10.000 personen per garage. ad 2.: De onder 1. genoemde schuilgelegenheden zijn beschermd tegen fall-out en chemische strijdmiddelen. ad 3-: Het regeringsbeleid ten aanzien van schuilgelegenheid heeft als uitgangspunt, dat iedere burger zorg draagt voor schuil- ruimte in eigen huis e.d. Alleen voor wie daar geen gebruik van kan maken is de openbare schuilgelegenheid bestemd. ad 1.: Wij hebben geen aanwijzing voor de veronderstelling, dat de realisering van deze schuilgelegenheden in de stad bij een overgroot deel van de bevolking een dergelijke sug gestie wekt. _t|.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1053