bijlage nr. 210 (vervolg)
VRAAG (d.d. 11-5-1979 gesteld ing. art. i|02e lid R.v.O.)
De heren J. Oomen, J. Hendriksen en N. Garritsen:
Een groot aantal organisaties in Nederland voert momenteel actie
tegen de multinationale onderneming Shell op grond van het feit
dat Shell schuldig is aan overtreding van de olieboycot in Rho-
desië
Dit is namelijk in tegenspraak met het in 1966 door de Veilig
heidsraad (het hoogste orgaan van de VN) opgelegde verbod om olie
te leveren aan het Smith-regiem.
Zonder zich van internationale afspraken iets aan te trekken le
vert Shell al sinds 1966 olie via Zuid-Afrika.
Met die olie wordt de onderdrukkingsmachine gesmeerd die de zwar
te bevolking onder de duim moet blijven houden.
In Breda is juist deze weken het Zuidelijk Afrika comité actie
aan het voeren voor de Shell-boycot
Te Uwer informatie sluiten wij een folder van deze actie, die onder
meer gesteund wordt door politieke en kerkelijke groeperingen,
bij.
Op grond van bovenstaande stellen wij U de volgende vragen:
1. Is het college het eens met het standpunt van de anti-Shell-
actie?
2. Zo ja, is het college bereid dit bekend te maken aan de Shell en
de regering?
3. Worden er binnen de gemeente Shell producten gebruikt?
'IIs het college bereid het betrekken van deze producten te
staken om zodoende daadwerkelijk steun te verlenen aan de
olie-boycot van Rhodesië?
ANTWOORD
Ad 1
Ons college heeft kennis genomen van de mededelingen enerzijds
van Pax Christi en de werkgroep Kairos en anderzijds van de
Shell met betrekking tot de bemoeienissen van Shell met Zuide
lijk Afrika.