aan de raad der
gemeente Breda
218
swet 1920;
bijzondere
katholiek
en als volgt;
te ver
goeden
2Qx- 9.078,51
i openbare
Ltter.
;aris.
Ond/1/38821
13-6-1979
Bijlage nr. 219
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot vergoeding van de kosten
van beloning van maatschappelijk
werkenden verbonden aan de toe
latingscommissie van scholen voor
buitengewoon onderwijs te Breda.
Ingevolge artikel 7, lid 2 van het Besluit Buitengewoon Onder
wijs 1967 wordt geen kind als leerling tot een school voor buiten
gewoon onderwijs toegelaten dan na onderzoek door een commissie waar
van de samenstelling voor elke soort in dat besluit is geregeld.
Van deze toelatingscommissie kan een gediplomeerd maatschappelijk
werkende deel uitmaken. De hieraan verbonden kosten worden met
ingang van 1979 aangemerkt als te behoren tot de kosten van de
school in de zin van artikel 5 van de Financiële Verhoudingswet
1960.
Op basis van onderstaande tabel worden de kosten vergoed:
soort school minuten per kind per week
ZMOK 9
overige scholen,
uitgezonderd school voor
woonwagenkampkinderen 3
Voor de genoemde schoolsoorten wordt in de vergoeding geacht te
zijn begrepen de koten van het zich periodiek laten voorlichten over
de verhouding gezin-school.
Vergoed wordt maximaal een salaris volgens schaal 71 van het B.B.B.R.A.
Indien de maatschappelijk werkende niet in dienst is van het bevoegd
gezag van de school voor buitengewoon onderwijs wordt maximaal een
uurtarief vergoed gelijk aan het bedrag dat door het ministerie van
C.R.M. jaarlijks voor het verrichten van consultatieve arbeid
subsidiabel wordt gesteld.
Naast de salariskosten worden de gemaakte reiskosten vergoed.
Bovengenoemde normen zijn vastgesteld bij circulaire van het ministerie
van financiën d.d. 1 december 1978 kenmerk 478.1937.