bijl. nr. 222
-2-
a. het grootste deel van de beschikbare middelen voor de ver
betering van particuliere woningen werd besteed voor een
relatief gering aantal woningen (dit kwam voornamelijk door
dat voor verregaande ingrijpende verbeteringsplannen hoge
subsidies werden toegekend en voorts was er sprake van een
sterk toegenomen aantal subsidie-aanvragers waardoor de druk
op de beschikbare middelen sterk werd vergroot);
b. vele eigenaars-bewoners die formeel in aanmerking kwamen voor
een in 10 jaar aflopende jaarlijkse bijdrage gaven niettemin
de voorkeur aan uitbetaling van een bijdrage ineens - ofschoon
de contante waarde van de jaarlijkse bijdrage hoger is dan het
bedrag van de bijdrage ineens -
c. vele andere eigenaars-bewoners hebben hun woning verbeterd
zonder financiële steun van de overheid.
Voorts achtte de minister het op dit moment niet verantwoord meer
begrotingsmiddelen beschikbaar te stellen ten behoeve van de
verbetering van particuliere woningen ten koste van andere stads
vernieuwingsmaatregelen
Een en ander heeft geleid tot de intrekking van de eerdergenoemde
"Beschikking geldelijke steun verbetering particuliere woningen"
per 15 februari 1979.
De betreffende beschikking werd per 15 februari 1979 vervangen
door de "Beschikking geldelijke steun verbetering particuliere
woningen 1979".
De belangrijkste verschillen tussen de nieuwe en de voorafgaande
regeling zijn in de voor U ter visie gelegde ministeriële circu
laire* d.d. 8 februari 1979 (nummer MG 79-07) aangegeven, waarnaar
wij U kortheidshalve mogen verwijzen, (zie pag. 2 en 3).
De nieuwe beschikking*hebben wij eveneens voor U ter visie gelegd.
Gezien de opgetreden wijzigingen zijn wij de mening toegedaan
dat ook de bestaande gemeentelijke garantieregeling inzake
woningverbetering een wijziging moet ondergaan.