bijl. nr. 225
-3-
De aanpassing van de belastingopbrengsten aan de te verwachten
prijsstijging kan voor het jaar 1980 worden gerealiseerd door
verhoging van de tarieven van:
1. de drank- en horecabelasting en
2. de onroerend-goedbelastingen
ad 1Drank- en horecabelasting
Per 50 liter omgezette sterke drank of gedeelte daarvan wordt
thans geheven
a- 7,50 wegens de omzet in drank- en horecalokaliteiten en
b. 1,50 wegens de omzet in slijterijen.
Het eerstgenoemde tarief is gelijk aan het wettelijk maximum.
Het wettelijk maximum van het laatstgenoemde tarief bedraagt
Wij stellen U voor in het jaar 1980 dit tarief van 1,50 te
verhogen tot 5,--.
Alsdan kan een opbrengst worden geraamd van:
a. ten laste van de drank- en horecalokaliteiten 18.500,en
ad 2. Onroerend-goedbelastingen.
Op grond van de "verordening onroerend-goedbelastingen 1979"
wordt in het jaar 1979 geheven:
- ten laste van de zakelijk genothebbenden 8,60 per 3.000,--
waarde in het economische verkeer en
- ten laste van de feitelijke gebruikers 6,50 per 3.000,
waarde in het economische verkeer.
Voor het jaar 1979 wordt voor de berekening van de opbrengst uit
gegaan van het volgende aantal geraamde eenheden van 3.000,
waarde in het economische verkeer (zie raadsbesluit d.d. 18
december 1978, bijlage nr. 113)
5,-
b. ten laste van de slijterijen
Totaal opbrengst in 1980
57.500,--
X_Z§^QogiZ:
zakelijk genothebbenden Feitelijke
gebruikers
1 .159.258
1 122.011
Voor het jaar 1980 kan dit aantal
eenheden worden verhoogd met een
accres van 3% tot
1191.000
1.155.600