bij bijl. nr. 227 II/-4- De commissie is belast met de uitvoering van de regeling. Zij stelt jaarlijks na onderzoek van de begroting van de stichting het gezamenlijk subsidiebedrag bedoeld in artikel 2 vast, met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden. De stichting zendt haar begroting met toelichting toe aan de commissie ten minste acht maanden voorafgaande aan het boekjaar, waarvoor de begroting moet dienen. Het boekjaar loopt van 1 september tot en met 31 augustus daarop volgend. De commissie stelt het maximum bedrag dat als gezamenlijk sub sidie over het betrokken boekjaar kan worden verleend uiterlijk twee maanden tevoren vast, alsmede de voorwaarden en/of bepa lingen welke aan de subsidieverlening worden verbonden. Als voorwaarde wordt in ieder geval gesteld, dat ten laste van de stichting geen hogere uitgaven mogen worden gedaan dan tot de door de commissie voor de onderscheidene posten aanvaarde be dragen. Binnen een maand na die vaststelling doet de commissie hiervan mededeling aan gedeputeerde staten en aan burgemeester en wethouders, onder vermelding van de maximum-bedragen, welke, op basis van het bepaalde in artikel 12, voor rekening van de provincie, respectievelijk van de gemeenten komen. Zij geeft hiervan gelijktijdig kennis aan de stichting. Met betrekking tot wijziging van de begroting van de stichting vindt het bepaalde in de voorgaande leden, met uitzondering van t/ de daarin vermelde termijnen, overeenkomstige toepassing. De stichting zendt haar balans en exploitatierekening over enig boekjaar, vóór 1 maart toe aan de commissie, onder bijvoeging van een accountantsverslag van het onderzoek naar de deugdelijk heid van deze stukken en van een op dat boekjaar betrekking hebbende jaarverslag. De op de jaarstukken betrekking hebbende bescheiden worden op verzoek van de commissie aan haar toege zonden, dan wel tèn kantore van de stichting ter inzage gege ven aan de door de commissie aan te wijzen personen. De commissie onderzoekt de in lid 5 bedoelde jaarstukken en stelt het definitieve bedrag van het gezamenlijk subsidie over het be trokken boekjaar vast. Binnen een maand na die vaststelling doet de commissie hiervan mededeling aan gedeputeerde staten en aan burgemeester en wethouders, onder vermelding van de bedragen welke, op basis van het bepaalde in artikel 12, voor rekening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1141