bijl. nr. 233 -2- c. Voorts lijkt het raadzaam een duidelijk beeld te vormen ten aanzien van de verdeling van de toekomstige specifieke taken tussen de overheidslagen. Zo is het bijvoorbeeld niet onmogelijk, dat de organisatie van de brandweer veel meer provinciaal zal zijn georiënteerd dan thans het geval is. -De nieuwe brandweerwet, die in ontwerp nagenoeg gereed is, schijnt in die richting te wijzen. d. Tenslotte mag worden verwezen naar het program-accoord van augustus 1978, waarin op pagina 5 (punt IV-1) wordt gesteld: 1. De totstandkoming van een direct gekozen bestuurlijke West-Brabantse eenheid dient te worden bevorderd. 2. In afwachting van de totstandkoming van de reorganisatie van het binnenlands bestuur moet het Stadsgewest zo spoe dig mogelijk gaan functioneren met een bestuursopzetdie zoveel mogelijk het democratisch ideaal van een direct gekozen bestuur benadert. 3. Tot het tijdstip waarop de sub 2 bedoelde herbezinning is afgerond, blijft de taakstelling van het Stadsgewest, voor zover dat van de gemeente Breda afhangt, in beginsel be perkt tot de huidige verzorgings- en ordeningstaken De vragen van het Stadsgewest. 1. Welk bestuursmodel past momenteel het beste bij dit Stadsgewest? 2. Naar welk bestuursmodel wilt U het stadsgewest in de komende zittingsperiode laten groeien? 3. Hoe denkt U over het al of niet handhaven van de kwaliteits zetel van de burgemeester? 4Hoe denkt U over het al of niet handhaven van de instemming van alle gemeenten voor wijzigingen van de stadsgewestregeling Aanvullende vragen. 1. Wat kan gedaan worden om te voldoen aan het uitdrukkelijk verlangen de omvang van de bestuursorganen van het Stadsgewest te beperken? 2. Verdient een "vrijgestelde" full-time voorzitter overweging? 3. Zou er niet iets geregeld kunnen worden met betrekking tot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1165