bijl. nr. 233 -6- met zijn 83 leden een fors gezelschap zonder dat eigenlijk ooit is aangetoond, dat een dergelijk aantal leden nodig is om de bestuurskracht en slagvaardigheid te vergroten. Het tegendeel lijkt eerder het geval. Vooral gezien tegen de achtergrond van hetgeen wij stelden onder nr. 'tad. 2.2., menen wij, dat een gewestraad van rond 50 leden meer dan vol doende is om het beleid van het Stadsgewest (verlengd locaal bestuur) te bepalen. Beter is nog een aantal van 51 leden, daar dan - bij volle^ dige opkomst - de stemmen niet kunnen staken. De samenstelling zou als volgt kunnen zijn: Vanuit de colleges: Breda 2 leden 2 leden andere gemeenten 1 lid 20 leden totaal: 22 leden Vanuit de gemeenteraden: Breda 6 leden 6 leden Oosterhout 3 leden 3 leden Etten-Leur 2 leden 2 leden andere gemeenten 1 lid 18 leden totaal: 29 leden De gewestraad zou alsdan bestaan uit 22 "collegeleden" en 29 "raadsleden", of 51 leden totaal. Het dagelijks bestuur, uit en door de gewestraad gekozen, zou uit 5 a 6 leden kunnen bestaan. Ad. 3.2. In de kringen van het stadsgewestbestuur zelve is in het ver leden wel eens gedacht aan een full-time, bijvoorbeeld docr de Kroon te benoemen, voorzitter. In een ontwerp-begroting is zelfs wel eens een post beraamd, die hierop betrekking nad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1169