bijl. nr. 233 -9- Het wil ons vóórkomen, dat het gewenste resultaat via over leg goeddeels te regelen is, doch wel met inachtneming van de bepalingen in de regeling, zoals deze thans luidt. Wanneer de bestuursorganen van het Stadsgewest zouden beslui ten tot herverkiezing van het d.b., kan zulks wellicht ge- i schieden, doch naar ons gevoelen is voor een dergelijke her verkiezing geen reden. Voorlopige conclusie. 6.1. Gezien de stadsgewestelijke ontwikkelingen behoeft de be-' stuursstructuur van het Stadsgewest aanpassing in de richting van een direct gekozen algemeen bestuur, de stadsgewestraad Deze aanpassing zal, gezien de huidige wettelijke mogelijkheden, gefaseerd moeten geschieden. 6.2. Allereerst kan worden nagegaan of er een methode te vinden is om model 3 uit de stadsgewestelijke studie, in te voeren, waarbij uitgegaan wordt van hetgeen het program- accoord hieromtrent vermeldt (zie onder 1d). 6.3. Vooruitlopend op de komende ontwikkelingen zou op korte termijn een wijziging van de regeling kunnen worden voor bereid, waardoor de kwaliteitszetels van de burgemeesters komen te vervallen. Dit zou direct een vermindering be tekenen van de omvang van de stadsgewestraad met 21 leden. 6.4. In Breda kan een regeling worden getroffen, waardoor de door de raad aangewezen gewestbestuurders de verplichting op zich nemen zich periodiek tegenover de raad te verant woorden terzake van hun stadsgewestelijke activiteiten. 6.5. Het huidige artikel 61 van de gemeenschappelijke regeling (het zogenaamde veto-recht) behoort vooralsnog te worden gehandhaafd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1172