bijl. nr. 239
-3-
*1Wethouder Welschen zal in dit kader met afgevaardigden
van de wijk gaan praten.
Mogen wij vernemen wie die afgevaardigden zijn?
5. Wordt bij een mogelijke gewijzigde besteding van deze
gelden de totale speelmogelijkheid in de Heuvel in de
beschouwingen betrokken?
ANTWOORD
Ad 1. Het college van b. en w. was op de hoogte van de
opening van "de Keet". Uitgenodigd voor deze opening
waren de wethouders Paulussen en Welschen.
Ad 2. In zaken als onder 1. bedoeld, is het gewoonte dat
collegeleden namens het college optreden.
Ad 3. College-besluit 6-127 d.d. 21 maart 1979 luidde:
"1. Gelet op de inliggende motivering er mee akkoord
gaan dat wordt overgegaan tot een onderzoek en over
leg m.b.t. het optimaliseren van de speelsituatie
in de omgeving Talmastraat. Een en ander in nauw
overleg met de dienst van beplantingen en openbare
werken en externe deskundigen.
2. Er mee akkoord gaan dat het krediet ad 300.000,
(maximaal) wordt aangewend t.b.v. het project bedoeld
onder 1in plaats van voor de reconstructie van de
speeltuinen Talmastraat en Edisonstraat"
Ter toelichting zij het volgende vermeld.
De beleidsuitgangspunten ten aanzien van het speelbeleid
in Breda werden door de raad vastgesteld op 28 juni 1976
bij de behandeling van de nota speelbeleid.
Deze beleidsuitgangspunten luiden als volgt:
a. Om bij te dragen tot een harmonische ontplooiing en
ontwikkeling van het jonge kind zal het noodzakelijk
zijn de speelfunctie te integreren in de totèle woon-
en leefsituatie van het kind.