bijl. nr. 239 -7- 1. Is het college bereid haar besluit van 11 april no. 5-127 betreffende "Toewijzing staanplaatsen Bredase kermis 1979" in die zin aan te passen dat niet primair de hoogste bieder de standplaats krijgt toegewezen? 2. Bent U eveneens bereid om bij inschrijving voor een stand plaats genoegen te nemen met een lagere pacht indien daar lagere ritprijzen tegenover staan voor de verschillende attracties? 3. Ziet het college kans bij positieve beantwoording van de vragen reeds voor de komende kermis deze wijze van uitgifte van standplaatsen gerealiseerd te hebben waardoor de prijzen voor de attracties een daling en liefst een forse, te zien zal geven? ANTWOORD Ad 1. Aan de op 7 februari en 25 april 1979 plaats gehad hebbende openbare kermisverpachtingen 1979 liggen ten grondslag de door ons college op 23 november 1978 vast gestelde verpachtingsvoorwaarden. Deze bepalen dat "de hoogste bieder" de plaats krijgt. Ad 2. Het is onder de bestaande verpachtingsvoorwaarden niet mogelijk genoegen te nemen met een lagere pacht indien daar lagere ritprijzen tegenover staan. Ad 3. Na de negatieve beantwoording van de vragen 1 en 2 zal het duidelijk zijn dat ook deze vraag niet positief be antwoord kan worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1207