aan de raad der
gemeente Breda
30/5/46313
18-7-1979
Bijlage nr. 257
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot benoeming van het ge
meenteraadslid in het bestuur van
de Stichting Gecoördineerd Bejaar-
denwerk Breda.
Op 27 maart jongstleden heeft het bestuur van de Stichting Be-
jaardenwerk Breda nieuwe statuten vastgesteld, waarna deze op
11 april 1979 notarieel zijn verleden. De nieuwe statuten
liggen op de gebruikelijke wijze ter visie. Vanwege de huidige
gemeentelijke participatie in het bestuur van de stichting
waren eerder de concept-statuten aan ons voor commentaar voor
gelegd en akkoord bevonden.
Een van de redenen voor de statutenwijziging was de omstandig
heid dat de oude statuten niet voorzagen in een aantal recente
ontwikkelingen
In dit verband kan de in werking treding van het Besluit Op
neming in Bejaardenoorden (betrekking hebbende op de zogenaamde
indicatiecommissie) en de instelling van een verordening voor
de Regionale Indicatiecommissie Bejaardenoorden Breda e.o.
worden genoemd. Een belangrijke taak van de stichting, te weten
het op beleidsmatig en uitvoerend niveau gestalte geven aan de
coördinatie in de dienstverlening van de verschillende instel
lingen aan bejaarden kreeg hierdoor een zwaarder accent dan
voorheen. Ten einde deze taak adequaat uit te voeren wordt in
de nieuwe statuten de oprichting van een Raad van Advies ge
regeld, (artikel 15 en 16) samengesteld uit functionarissen
van de belangrijkste hulpverleningsinstellingen en indicatie
commissie, welke een adviserende functie heeft naar het algemeen
en dagelijks bestuur.
In de nieuwe statuten is tevens een reeds bestaand overleg
tussen stichting en de verschillende afdelingen van de bejaarden
bonden geformaliseerd (artikel 19 tot en met 21). De drie belang
rijkste doelstellingen van dit overleg zijn: