bijl. nr. 257
-2-
a. het uitbrengen van advies aan het bestuur,
b. het bevorderen van de samenwerking tussen bejaardenbonden
onderling en de stichting
c. het op bredere basis dan via een vertegenwoordiging van
bejaardenbonden in het bestuur (in de oude en nieuwe
statuten één vertegenwoordiger van de Algemene Nederlandse
Bond voor Ouderen en één vertegenwoordiger van de Katholieke
Bond van Bejaarden en Gepensioneerden: zie artikel 6, lid 5
van de Statuten), gestalte geven van inspraak van bejaarden
bonden
De tweede reden voor de statutenwijziging was gelegen in het
verschijnen van de concept-rijksbijdrageregeling gecoördineerd
bejaardenwerkIn dit concept zijn bepalingen opgenomen ten
aanzien van de bestuurssamenstelling van stichtingen gecoördi
neerd bejaardenwerk, waaraan de oude statuten niet voldeden.
Bepaald wordt dat in het bestuur van een stichting gecoördi
neerd bejaardenwerk vertegenwoordigers uit de besturen van de
in de stichting participerende instellingen/instanties zullen
worden benoemd. (Tevens is opgenomen welke instellingen/instan
ties in het bestuur zitting moeten hebben. Op dit moment worden
de (besturen van de) instellingen niet vertegenwoordigd door
een bestuurder maar door een functionaris (veelal de directeur).
Naar verwachting zal binnen afzienbare tijd de definitieve
rijksbijdrageregeling van kracht worden met daarin de boven
genoemde bepaling met betrekking tot de bestuurssamenstelling.
Het in de nieuwe statuten opgenomen artikel over de bestuurs
samenstelling (artikel 6) is zodanig geformuleerd dat zowel
vertegenwoordigers van als uit de besturen van de in de
stichting participerende instellingen/instanties in het be
stuur van de stichting kunnen worden benoemd, doch op het
moment van het van kracht worden van de rijksbijdrageregeling
met de verplichtende bepaling met betrekking tot de bestuurs
samenstelling in bovenvermelde zin aan deze bepaling voldaan
moet worden.