aan de raad der
gemeente Breda
F/2/50868
1-8-1979
Krachtens raadsbesluit van 16 november 1971 is de lenersvergoe
ding van de gemeentelijke kredietbank, ingaande 1 januari 1972,
herzien.
In ons desbetreffend voorstel (bijlage 291hebben wij erop ge
wezen, dat bij herziening van de maximum-tarieven volgens de wet
op het consumptief geldkrediet, ook de lenersvergoeding van de
gemeentelijke kredietbank automatisch wordt aangepast. In het
zelfde voorstel hebben wij U toegezegd Uw raad een nieuw over
zicht van de kredietkosten te verstrekken zodra de limieten van
de wet op het consumptief geldkrediet zouden worden gewijzigd.
Bij beschikking van de staatssecretaris van cultuur, recreatie
en maatschappelijk werk d.d. 27 april 1979, nr. G2/VKW 4807,
gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant d.d. 4 mei 1979,
nr. 86, zijn de maximum-tarieven ingevolge de wet op het consump
tief geldkrediet gewijzigd. Deze tarieven zijn in werking ge
treden 14 mei 1979. De tariefswijziging van 1 april 1979 is
hiermede vervallen.
De beschikking handhaaft voor de berekening van de maximale
krediet-vergoeding de methode van enkelvoudige interest en ge
middelde looptijd.
Het interest-percentage wordt bepaald naar een rekenkundig ge
middelde via een schijventariefDit schijventarief luidt thans
als volgt
- van 0,tot en met 5-000,een tarief van 19,5% per jaar
(oude tarief: van 0,tot en met 2.000,21,3$ per jaar
van 2.000,tot en met 3-500,15,3$ per jaar, boven
3-500,12,3$ per jaar).
- boven 5-000,een tarief van 13,5$ per jaar.
Bijlage nr. 259
Mededeling van burgemeester en wet
houders inzake de tarieven van de
gemeentelijke kredietbank.