aan de raad der
gemeente Breda
St/O/45826
27-6-1979
Bijlage nr. 269
Voorste 1 van burgemeester en wet
houders tot het voteren van een
krediet ad 230.000,t.b.v. het
uitbaggeren van de zuidelijke singel-
gracht
Ter voorkoming van wateroverlast in de gemeente Breda dienen om de
vijf jaar de singelgrachten te worden uitgediept. Voor het laatst is
dit geschied in 1970 en 1971. Deze activiteiten werden gefinancierd
uit het krediet, dat door Uw raad op 13 september 1g61 werd gevo
teerd, alsmede enige aanvullende kredieten.
Van genoemde wateroverlast kan met name sprake zijn bij hevige
regenval.
De singelgrachten in de gemeente Breda kunnen in drie gedeelten
worden opgesplitst, te weten;
1. de oostelijke singelgracht, het gedéelte aansluitend aan de rivier
de Aa of Weerijs, gelegen tussen de Bernhardbrug en de Trambrug;
2. de westelijke singelgracht, het gedeelte aansluitend aan de rivier
de (Boven)Mark, gelegen tussen de Julianabrug en de Trambrug;
3. de zuidelijke singelgracht, als verbinding tussen de oostelijke en
de westelijke singelgracht, gelegen tussen de Boeimeersingel en
de Bernhardsingel.
Bij recente waarnemingen is gebleken, dat met name de zuidelijke
singelgracht in ernstige mate is verondiept, terwijl bepaalde delen
bij lagere waterstanden zelfs droog komen te staan.
Haast milieu-techische aspecten, betekent dit, dat de waterafvoer
van deze singelgracht, alsmede van de rivieren de Mark en de Aa of
Weerijs ernstig wordt belemmerd.
De singelgrachten zijn in beheer en onderhoud bij de gemeente Breda.
Om genoemde singelgracht op de vereiste diepte te krijgen (2.25 m -
N.A.P.dient een hoeveelheid van 17.000 ra3 baggerspecie te worden