aan
gerr
-4-
bijl. nr. 1
Het fouilleren van vrouwen geschiedt uitsluitend door vrij
willigers uit vrouwelijk personeel.
Thans wordt niet overwogen vacatures binnen het Bredase korps
te doen vervullen door vrouwen. Het beleid, zoals nu binnen
het korps gevoerd, geeft daar geen ruimte toe.
Ik ben voornemens in de toegezegde beleidsnota hierop terug
te komen.
3. Vraag:
- Heeft het college kennis genomen van het feit, dat de Tweede
Kamer op 24 oktober 1978 een motie heeft aanvaard, waarin van
de regering wordt gevraagd meer geld beschikbaar te stellen
voor hulpverlening door de politie aan vrouwen, die zijn ver
kracht of aangerand?
Hierop kan bevestigend worden geantwoord.
Mij is nog niet bekend wanneer en hoe de minister uitvoering
gaat geven aan deze motie.
4. Vraag:
- Is het college bereid op korte termijn de minister van
Binnenlandse Zaken te verzoeken de gemeente Breda in de
gelegenheid te stellen over te gaan tot de aanstelling
van het voor genoemde taak benodigde aantal vrouwelijke
agenten?
F/391
13-12-
Het aannemen van het personeel binnen het politiekorps is
de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Voor het overige
moge ik verwijzen naar de beantwoording van vraag 2.