bij bijl. nr. 282
erf-
Artikel 13.
/e
1.
Splitsing, wijziging of opheffing van het erfpachtsrechtvervreem
iaf
ding van dat recht of van een onverdeeld aandeel daarin, alsmede schei
ding van het erfpachtsrecht tussen gezamenlijke rechthebbenden moe
ten bij notariële akte geschieden;
2.
Alvorens tot wijziging of opheffing van het erfpachtsrecht wordt
overgegaan, zal door burgemeester en wethouders van het voornemen
ie
om daartoe mede te werken, aan de hypotheekhouder, indien deze een
verklaring als bedoeld in artikel 17 heeft ingediend, mededeling
a-
or
urge-
worden gedaan.
Artikel 14.
1.
In geval van overgang van het erfpachtsrecht, moet de nieuwe erfpachter
binnen 14 dagen na de dag van de overgang daarvan aan burgemeester en
wethouders kennis geven bij een getekende verklaring opgemaakt vol
al
gens een door burgemeester en wethouders vast te stellen formulier en
aat
aan hen tevens inzage geven van een of meer stukken, waaruit de over
e
gang blijkt;
r
2.
Bovendien moet hij binnen de in het eerste lid gestelde termijn, aan
de gemeente betalen hetgeen de vorige erfpachtster haar met betrek
pen
king tot het erfpachtsrecht nog verschuldigd is;
3.
Indien het erfpachtsrecht verkocht wordt wegens gerechtelijke ten
uitvoerlegging of krachtens het beding, vermeld in artikel 1223 van
het burgerlijk wetboek, wordt ten aanzien van de nieuwe erfpachter,
stal
de in het 2e lid omschreven verplichting tot betaling beperkt tot ach
3P-
terstallige bedragen van de canon en van de in het eerste lid van ar
ra-
tikel 18 genoemde boete en zijn de vorige erfpachtsters gehouden aan
de gemeente te betalen, hetgeen zij haar met betrekking tot deze
t
erfpachtsovereenkomst overigens nog schuldig zijn.
Artikel 15.
1.
De erfpachtsters kiezen, met betrekking tot het erfpachtsrecht, woon
plaats binnen de gemeente Breda, ten kantore van de erfpachtsters;
n
2.
Ingeval van overgang van het erfpachtsrecht zal woonplaats gekozen
moeten worden binnen de gemeente Breda, bij een getekende verklaring
als bedoeld in artikel 14. lid 1;
it-
3.
Zolang de keuze van een andere woonplaats binnen de gemeente Breda
niet ter kennis is gebracht van burgemeester en wethouders bij deur-
n
waarderseksploit of door opneming van de nieuwe gekozen woonplaats
in een verklaring als bedoeld in het tweede lid, blijft de oude ge
kozen woonplaats gelden en wordt de erfpachtsters geacht aldaar woon
plaats gekozen te hebben.