-4- bijl. nr. 295 2. Is het optreden van de "orde-handhavers", bij de K.M.A.-brug, waar zonder waarschuwing vooraf, geslagen, geschopt en aan de haren getrokken werd, onjuist en afkeurenswaardig? 3. Het optreden van de politie tijdens de ontruiming van de kerktoren, is dit niet gepaard gegaan met onnodig fysiek geweld? 'IIs het college c.q. de burgemeester bereid om over de ge beurtenissen van zaterdagavond verantwoording af te leggen in de volgende openbare raadsvergadering of in de volgende openbare comtnissie-vergadering algemene zaken? Zo ja, wanneer? Zo neen, waarom niet? ANTWOORD Naar aanleiding van Uw bovenaangehaald schrijven betreffende vragen over het optreden van de Koninklijke Marechaussee en de gemeentepolitie op 25 augustus j.l. wil ik U allereerst mededelen, dat ik van mening ben, dat hetgeen door U "een geweldloze zitdemonstratie" en "een bezetting van de toren" wordt genoemd, in feite verstoringen van de openbare orde betekenen, gepaard gaande met het plegen van strafbare feiten. Naar ik verwacht en vertrouw zal het ook U duidelijk zijn, dat het een taak van de gemeentepolitie c.q. de marechaussee is om in dergelijke gevallen op de terreinen, waar hun respectievelijke bevoegdheden gelden, op te treden en aan een dergelijke onaanvaardbare situatie een einde te maken. Wanneer daarbij geweld moet worden gebruikt, is dat uiteraard betreurenswaardig. Het toepassen van geweld is echter onver mijdelijk, indien op andere wijze een normaal verloop van de gebeurtenissen niet gegarandeerd kan worden. De geldende omstandigheden in aanmerking genomen, moet ik tot de conclusie komen, dat de mate waarin geweld is toegepast alleszins redelijk genoemd mag worden. Ik meen dan ook dat het onderhavig optreden juist, voortvarend en effectief is geweest. De door U aan het college van burgemeester en wethouders gestelde vragen, beantwoord ik in mijn hoedanigheid van hoofd van de politie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1979 | | pagina 1399