bijl. nr. 300
-2-
tie per 15 oktober 1978 (was: 15-9-1976), hetgeen alleen al in
de bouwkosten een stijging teweegbrengt van 500.000,
Inmiddels heeft de staatssecretaris van volkshuisvesting en
ruimtelijke ordening bij beschikking d.d. 27 maart 1979* te
kennen gegeven, dat hij zich kan verenigen'met de gewijzigde
raming van de stichtingskostenn.l.:
a. voor de grondkosten 600.270,98
b. voor de bouwkosten 6 007 6921 'I
Totaal 6.667-963, 12
Uitgaande van deze geraamde stichtingskosten en de op basis daar
van berekende jaarhuur en voorts rekening houdende met de extra
rijksbijdrage voor bejaardenwoningen (86 x 2.000,
172.000,--) komt de gemiddelde huurprijs per woning per maand
de zgn. vraaghuur, uit op 279,65 (aanvankelijk 292,05).
Zoals gebruikelijk zal dit huurbedrag zeker nog oplopen als ge
volg van risicoverrekening wegens tijdens de bouw optredende
loon- en prijsstijgingen, meerwerk of anderszins.
Zoals uit het voorgaande blijkt verstrekt het rijk ten behoeve
van de financiering van het onderhavige bouwplan een geldlening
op basis van de woningwet.
Op grond van artikel 23 van het besluit geldelijke steun volks
huisvesting wordt deze geldlening verstrekt onder de voorwaarde
dat de van gemeentewege aan de woningbouwvereniging te verstrek
ken geldlening tot dezelfde bedragen en onder dezelfde voor
waarden en bepalingen wordt verstrekt. Deze laatste bepaling
maakt het noodzakelijk om het eertijds bij besluit van Uw raad
d.d. 17 februari 1977, bijlage nr. 99, voor de verstrekking
van de geldlening beschikbaar gesteld krediet ad 5.920.272,--
met 797.692,-- te verhogen.
Voor wat de hoogte van de bedragen voor de jaarlijkse bijdragen
en de bijdragen ineens betreft, dient opgemerkt te worden dat
aanpassing van deze bedragen uiteraard wel relevant doch thans
niet aan de orde zijn. Met de stijging van de stichtingskosten
zullen deze bedragen automatisch toenemen en er behoeft dan
ook voor de toekenning aan de woningbouwvereniging, het