aan de raad der Voorstel van burgemeester en
Bijlage nr. 305
norriAÉintp» Rrorln wethouders tot wijziging van de
hj'CI I ItJGI I ltJ Dl oud Precarioverordening 1979
F/2/47195
5-9-1979
Krachtens de Precarioverordening 1979 wordt het energie- en
waterbedrijf jaarlijks aangeslagen voor het hebben van leidingen,
buizen, kabels etc. in de gemeentegrond. De deswege aan de
gemeente Breda verschuldigde belasting is voor 1979 geraamd op
f 1.183.000,f 411-900,voor de kabels van de straatver
lichting.
De opbrengst van deze belasting komt uiteraard ten goede aan de
algemene middelen. Meermalen echter komt in het kader van het tot
uitdrukking brengen van de bedrijfsresultaten de vraag aan de
orde of het geen voorkeur verdient deze heffing van het gemeente
lijk bedrijf achterwege te laten en de winstuitkering aan de
algemene dienst met het aldus door het bedrijf bespaarde bedrag
te verhogen.
Naar onze opvatting is de heffing wel gerechtvaardigd op grond
van het feit, dat de kabels, de leidingen etc. door hun aanwezig
heid een belemmering vormen voor de vrije beschikkingsmacht over
de grond.
Met name is daarvan sprake als reconstructies e.d. moeten worden
uitgevoerd en de aanwezigheid van kabels en leidingen extra kosten
veroorzaakt. Deze kosten worden n.l. in zoverre op het energie- en
waterbedrijf verhaald als dit bedrijf door de werken is gebaat,
(zie bijlage 1975, nr. 277*).
Het is intussen wel zo, dat de vrijstellingsbepalingen van de
Precarioverordening 1979 èn de voorwaarden van een aantal conces
sies er toe hebben geleid, dat in feite nagenoeg alleen het ener
gie- en waterbedrijf een retributie betaalt voor het hebben van
leidingen, kabels e.d.
