aan de raad der
gemeente Breda
ond/2/53788
12-9-1979
Bijlage nr. 310
Voorstel tot invoering van een
nieuwe afvloeiingsregeling voor
het gemeentelijk voortgezet on
derwijs
Op dit moment geldt voor het gemeentelijk voortgezet onderwijs
te Breda t.a.v. een afvloeiing van leraren als gevolg van ver
mindering van het aantal lessen de rijksregeling, gepubliceerd
in de Staatscourant nr. 124, 1969, luidende:
Artikel 2.
1. Ontslag van in vaste dienst aangestelde belanghebbenden op
grond van opheffing van de school of de betrekking, dan wel
wegens zodanige verandering in de richting van het onderwijs
of de dienst van de school, dat de werkzaamheden van een of
meer belanghebbenden overbodig worden, geschiedt in de vol
gende rangorde:
a. zij die zulks wensen;
b. zij die de minste werkelijke diensttijd hebben, waarbij de
jongeren in leeftijd voor ouderen gaan;
2. Ter vermijding van kennelijke onbillijkheid of wanneer het
belang van de school dit kennelijk vereist, kan bij de ver
lening van ontslag van de rangorde, bedoeld in het vorige
lid, worden afgeweken, met dien verstande, dat, indien de
omvang van de voorgenomen afvloeiing daartoe aanleiding
geeft, deze geschiedt naar een bepaald vooraf vastgesteld
en aan de belanghebbenden kenbaar gemaakt plan.
3. liet plan wordt niet vastgesteld dan nadat met verenigingen
als bedoeld in artikel 40 van de wet, voor zover deze hun
werkzaamheden uitstrekken over het aan een zodanige school
verbonden personeel, overleg is gepleegd.